diensten

Onder een dienst verstaat men in de economie niet-fysieke goederen. Dit onderscheid tussen goederen en diensten wordt wel gemaakt in het dagelijks spraakgebruik of in statistieken, maar niet in de economische wetenschap. Zowel goederen als diensten worden vaak aangeduid als producten. Een goed is stoffelijk, bijvoorbeeld een stofzuiger of een appel, terwijl een dienst niet stoffelijk is. Een dienst is vluchtig en moet afgenomen worden op het moment van productie. Als je niet op tijd in de bioscoop bent met je kaartje, dan is het kaartje verlopen. De dienstverlening heeft dan al plaatsgevonden. Diensten zijn uiteenlopend van aard, enkele voorbeelden zijn: De behandeling van een patiënt (arts); Het afgeven van een “legal opinion” (advocaat); Het opstellen van de jaarrekening (accountant); Het opstellen van een testament (notaris); Het repareren van een auto (garage); Het repareren van een waterleiding (loodgieter); Het opleiden van leerlingen/studenten (docent); Bij veel van deze diensten worden ook goederen geleverd: de arts levert medicijnen en verbandmateriaal, de automonteur levert onderdelen. De afhankelijkheid van de personen die de dienst uitvoeren is groot, en de standaardisatie van diensten is lager dan die van goederen. Diensten onderscheiden zich daarom (met een aantal belangrijke uitzonderingen) van goederen door een hogere risicoperceptie bij klanten en een extra accent op marketing, personeel en sociale vaardigheden. Betaling voor een dienst kan gebaseerd worden op het aantal bestede uren (populair ook bekend als het uurtje-factuurtje-principe). Andere wijzen waarop de beloning bepaald kan worden zijn vaste tarieven voor bepaalde diensten, no cure no pay (slechts betaling indien het probleem is opgelost) of een percentage van de transactie, omzet of winst die door de dienst gerealiseerd wordt.

Veel gekozen leenbedragen

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van lage rente