dubbeltje

Een dubbeltje is een klein voormalig Nederlands geldstuk, een munt, oorspronkelijk van zilver, met een waarde van een tiende gulden. Het muntstuk van 10 eurocent wordt momenteel ook wel een dubbeltje genoemd. De naam dubbeltje vond zijn oorsprong in het feit dat het geldstuk twee stuivers waard was (dubbele stuiver). Na de invoering van het decimale stelsel in Nederland (rond 1800) werd het muntje van 10 cent dubbeltje genoemd. Voor de komst van de euro was het dubbeltje wereldwijd het kleinste geldstuk in gebruik: het dubbeltje had maar een gewicht van 1,5 gram. De diameter bedraagt 15 mm. In Nederland waren destijds – bij het begin van de twintigste eeuw – de zilveren stuiver (0,685 gram) en het halfje (1,25 gram) nog kleiner. Een dubbeltje werd in het Bargoens ook wel beisje genoemd. De term komt uit het Nederlands-Jiddisch, waarin beis verwijst naar de waarde van twee stuivers. In informele taal wordt ook wel gesproken van een duppie.

Veel gekozen leenbedragen

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van lage rente